Pinksterduifjes van karton en zijdevloei
Zie ze echt mooi dalen...
Om bijvoorbeeld in de pinkstertak te hangen of om mee te spelen.
Benodigdheden
- dun wit karton
- wit zijdevloeipapier
- schaar, naald en draad
- scherp mesje en snijplankje
- potlood
- plaksel
Werkwijze
- Druk de mal af (afstand snavel-staart: 10 cm).
- Knip de vorm uit, teken de omtrek op dun wit karton en knip deze binnen de lijnen uit.
- Geef met een potlood aan waar de gleuven voor de staart en de vleugels komen, en eventueel de twee punten als je het duifje wilt ophangen.
- Snij met een scherp mesje de gleufjes voor de staart en de vleugels.
- Knip 2 velletjes wit zijdevloeipapier van ongeveer 10 cm bij 13 cm.
- Vouw de 2 stukjes vloeipapier vanaf de korte zijde als een accordeon, tot een breedte van ongeveer 8 mm, en schuif deze dan in de gleufjes.
- Bij de staart plak je de tegenover elkaar liggende randen aan elkaar vast zodat een waaiervorm ontstaat.
- Zorg dan dat de vleugels aan iedere kant even lang zijn.
- Bij een van de vleugels plak je de zijdevloeirand die het dichtst bij het lijfje zit, zo hoog mogelijk tegen de bovenkant van het lijfje. Doe hetzelfde aan de andere kant (zie afbeelding hieronder).
- Nu nog de oogjes - en klaar is het duifje! Kijk maar eens hoe mooi het vanuit de hoogte neerdaalt.
Bij het ophangen van het duifje haal je de draad door twee gaatjes om te voorkomen dat het duifje naar voren of naar achteren gaat kantelen. Als je meer duifjes maakt kun je er een mooie mobile van maken, of je kunt ze hangen aan een (papierbloemen)krans.
Fijne Pinksterdagen!
Tineke
Zoek naar ideeën
Pinksteren
Het kleine en het grote viooltje
Een lenteverhaaltje van Rudolf Steiner
Lente | verhalen vertellen | Pinksteren
Uit: 'Met het oog op de natuur'
Carol Petrash
Lente | Pinksteren | knutselen | spelletjes
De eigen DoeHoek van :