menu
Het kleine en het grote viooltje 

Een lenteverhaaltje van Rudolf Steiner

In een bos, waar het zonlicht door de bomen drong, stond eens een viooltje, een bescheiden viooltje, onder een boom, die grote bladeren had. Het viooltje kon door een opening kijken, die tussen de boomtoppen was ontstaan en het viooltje zag, terwijl het door de wijde opening in het bos heen keek, de blauwe hemel. Het kleine viooltje zag voor het eerst de blauwe hemel, want het was op de ochtend van deze dag pas gaan bloeien.

Nu schrok het viooltje, toen het de blauwe hemel zag en het werd heel erg angstig. Maar het wist nog niet, waarom het zo angstig was geworden.

Toen liep er een hond langs, die er niet vriendelijk uitzag, maar een beetje boosaardig. Het viooltje vroeg de hond: "Zeg mij toch, wat is dat daar boven, dat blauwe - zo blauw als ik?" Want de hemel was ook blauw, zoals het viooltje blauw was.

En de kwaadaardige hond zei: "O, dat is een reuze groot viooltje zoals jij en dit reuzengrote viooltje is zo groot geworden, dat het je geweldig hard kan slaan".

Het viooltje werd nog veel angstiger, want het geloofde, dat het viooltje daar boven zo groot was geworden, om hem te slaan. En het viooltje trok zijn bloemblaadjes helemaal samen en wilde niet meer opzien naar het grote viooltje.

Het verschool zich onder een groot blad van de boom, dat juist door een windvlaag omlaag gejaagd was. Daar bleef het de hele dag, zich in zijn angst verschuilend voor het grote hemelviooltje.

Bij het aanbreken van de volgende dag had het viooltje nog niet geslapen, want het had de hele nacht slechts nagedacht, hoe het toch was met het grote blauwe hemelviooltje, dat hem zou slaan. Het verwachtte steeds, dat elk ogenblik de eerste klap zou komen, maar die kwam niet.

En 's morgens kwam het viooltje te voorschijn, omdat het nu helemaal niet moe was, want het had de hele nacht steeds nagedacht en was fris en niet moe. Viooltjes worden moe als ze slapen, en worden niet moe als ze niet slapen.

Het eerste wat het viooltje zag, was de opgaande zon - het morgenrood. Toen het viooltje het morgenrood zag, werd het helemaal niet angstig. Het was innerlijk verheugd en blij om het morgenrood.

Toen het morgenrood verbleekte, kwam geleidelijk aan de witblauwe hemel te voorschijn. Die werd steeds blauwer en blauwer en het viooltje moest er weer aan denken, wat de hond gezegd had: dat dit een groot viooltje was, dat hem slaan zou.

En ziedaar, er kwam een lammetje langs. Nu wilde het viooltje nog eens vragen, wat dat daarboven was. "Wat is dat daar boven?" vroeg het viooltje. Het lammetje zei: "Dat is een groot viooltje, blauw zoals jij zelf bent". Nu werd het viooltje al weer angstig en dacht, dat het van het lammetje ook weer hetzelfde antwoord zou krijgen als van de boze hond.

Maar het lam was goed en vroom. En omdat het zulke goede en vrome ogen had, vroeg het viooltje nog een keer. "Ach mijn lieve lammetje, zal het grote viooltje daar boven mij dan slaan?" "O neen", antwoordde het lam, "het zal je niet slaan. Het is een groot viooltje en zijn liefde is even zo vele malen groter als jouw eigen liefde; zoals het méér blauw is, als jij met je kleine gestalte blauw bent".

Toen begreep het viooltje meteen, dat dit een groot viooltje is, dat helemaal niet zal slaan, maar zoveel blauw heeft, om zoveel meer liefde te schenken en dat het grote viooltje het kleine viooltje zal beschermen tegen alles wat vijandig is in de wereld.

Toen voelde het kleine viooltje zich zo gelukkig, omdat alles, wat het zag als blauw in het grote hemelviooltje, hem leek als de goddelijke liefde, die hem van alle kanten toestroomde. En het kleine viooltje zag altijd omhoog, alsof het wilde bidden tot God, Die ook boven de viooltjes staat.

Zoek naar ideeën
 
Lente

 « 123 » 

Een kringspelletje voor de lente

Dansen en bewegen | lente

Een sprookje van Grimm

Verhalen vertellen | Palmpasenweek | Pinksteren | lente

Voor de seizoenentafel in de lente

Regien Kos

Lente | handwerken

Uit: 'Schipper mag ik overvaren'

Juul van der Stok

Hemelvaart | lente

Een verhaal voor de lentetijd

voor kinderen van 7 t/m 8 jaar

Lente | verhalen vertellen

Een lentegedichtje, nodigt uit tot beweegspel

Rita Veenman

Lente | spreuken en versjes

Een gedicht voor de vroege lente

Rita Veenman

Lente | spreuken en versjes

Een beweegbare plaat maken

Christja Mees-Henny

Knutselen | lente

Zangspel met een grote of kleine groep jonge kinderen

door Daniël Udo de Haes

Winter | lente | muziek maken | dansen en bewegen

Een prachtig schaduwspel met transparanten

Ingrid en Manon

Lente | verhalen vertellen | knutselen

Van Christian Morgenstern

Lente | spreuken en versjes

Voor de seizoenstafel

uit: 'Leven met het jaar'

Lente | winter | knutselen

Zelf een tuintje aanleggen in de lente

Bron: 'Vuurvliegjes, tovervisjes en schatgravers'

Lente

Voor de seizoenentafel

Juul van der Stok

Lente

Herfst | Michaël | lente | knutselen

Een nieuwe creatie van Regien

Regien Kos

Lente | handwerken

Voor antroposofische koolmeesjes..!

Atelier 't Ezeltje

Lente | kunst en ambacht | winter

Houtsnijden met nieuwe wilgentakken

Bron: Jaarfeesten in het gezin - Sint Jan, De Zonnejaargroep

Knutselen | Sint Jan | lente

Voor de seizoenstafel

Uit: 'Schipper mag ik overvaren', Juul van der Stok

Winter | lente | herfst | handwerken

Van een vierkant lapje

Julia Meijer

Lente | handwerken

Dansen in de kring

Caspar Senden

Dansen en bewegen | lente | zomer | herfst

Om te hangen in een bloeiende tak

Regien Kos

Lente | Paastijd | handwerken

Een toneelstukje met veel zang

Door Tip Schröder

Toneelspelen | muziek maken | lente

 « 123 »