
De herder
1. Op de grote stille heide
 Dwaalt de herder eenzaam rond,
 Wijl de witgewolde kudde
 Trouw bewaakt wordt door den hond.
En al dwalend ginds en her,
 Denkt de herder: ”Och hoe ver,
 Hoe ver is mijn heide!
 Hoe ver is mijn heide, mijn heide!”
2. Op de grote stille heide
 Bloeien bloempjes lief en teer,
 Pralend in de zonnestralen
 Als een bloemhof heind' en veer.
En, tevreên met karig loon,
 Roept de herder: ”Och hoe schoon,
 Hoe schoon is mijn heide,
 Hoe schoon is mijn heide, mijn heide!”
3. Op de grote stille heide
 Rust het al bij maneschijn,
 Als de schaapjes en de bloemen
 Vredig ingeslapen zijn.
En terugziend' op zijn pad,
 Juicht de herder: ”Welk een schat!
 Hoe rijk is mijn heide,
 Hoe rijk is mijn heide, mijn heide!
Tekst: P. Louwerse
muziek: J. Worp
bekijk de bladmuziek
Klik op de titels van de liederen
, pentatonisch , Engels , pentatonisch , pentatonischGroeit haver, gerst en tarwe zo?
De molen - Windje waai en molen draai!
, pentatonischEr staat een molentje bij de brug
download de bladmuziek van al deze liederen
