Een lentegedichtje, nodigt uit tot beweegspel
Uit de DoeHoek van Rita Veenman
Kinderen met hazen-oren van bruin papier
spelen het uit, terwijl juf/moeder spreekt.
Wij zijn hazen met lange oren,
Daar kunnen we reuze goed mee horen,
Steek de snuffelneusjes in de wind:
Gelukkig dreigt er geen gevaar, mijn kind.
Als we rennen met een vaartje
Zie je vast ons witte staartje,
Met grote sprongen reuze vlug,
Over de akker heen en terug,
Rennen dat kunnen we wel
De jager krijgt ons niet zo snel.
We springen met sterke poten,
Hupperdepup over de sloten.
Een paardenbloemblad in de lentewei
Mmmm, verse grasjes maken ons heel blij.
Na geknabbel kijken we rond,
Dan slapen in het kuiltje in de grond.
Het versje is van Rita Veenman
De illustratie van Hans Hondebrink
Tulpen plukken en een boze buurman
Een lenteverhaaltje uit het nieuwe boek 'Bent'
Lente | verhalen vertellen
Een handgebarenversje voor de kersttijd
Kersttijd | spreuken en versjes
De dikke bolle beer - een gedicht
Het berenleven in alle seizoenen
Spreuken en versjes | seizoenen algemeen
'Wie krijgt het gouden ei?'
Lente | Paastijd | verhalen vertellen
Lees mee over de kleine dwerg Wikkeridoe
Herfst | verhalen vertellen
Van lente tot winter... keer op keer
Een boekje met gedichten, vingerversjes en verhalen
Seizoenen algemeen