De herdertjes lagen bij nachte
1.
De herdertjes lagen bij nachte,
Zij lagen bij nacht in het veld.
Zij hielden vol trouwe de wachte,
Zij hadden hun schaapjes geteld.
Daar hoorden zij d'engelen zingen,
Hun liederen vloeiend en klaar.
De herders naar Bethlehem gingen,
't Liep tegen het nieuwe jaar.
2.
Toen zij er te Bethlehem kwamen,
Daar schoten drie stralen dooreen:
Een straal van omhoog, zij vernamen
Een straal uit het kribje beneê.
Toen vlamd' er een straal uit hun ogen
En viel op het Kindeke teer.
Zij stonden tot schreiens bewogen
En knielden bij Jesus neer.
3.
Maria die bloosde van weelde,
Van ootmoed en lieflijke vreugd.
De goede Sint Jozef hij streelde
Het Kindje der mensen geneugt.
De herders bevalen te weiden
Hun schaapkens aan d'engelenschaar.
Wij kunnen van 't kribje niet scheiden;
Wij wachten het nieuwe jaar.
4.
Ach kindje, ach kindje, dat heden
In 't nederig stalletje kwaamt.
Ach, laat ons uw paden betreden,
Want gij hebt de wereld beschaamd.
Gij kwaamt om de wereld te winnen,
De machtigste vijand te slaan:
De kracht uwer liefde van binnen
Kan wereld noch hel weerstaan.
Oud-Nederlands kerstlied
Arr. Tineke Boon
bekijk de bladmuziek
Zoek naar liederen
Kling, klokje, klingelingeling
3-8 jaar
3-8 jaar, pentatonisch
Wiegen willen wij 't Jezuskind
3-8 jaar, pentatonisch
4-8 jaar
4-7 jaar, pentatonisch
Er is een Kindeke geboren op aard
5-8 jaar
De herdertjes lagen bij nachte
7-9 jaar
7-9 jaar
7-9 jaar, pentatonisch
Schlafe nur, himmlisches Kindelein
7-16 jaar, pentatonisch