Wie wappert het visje de vijver in?

Uit de DoeHoek van Diny Kiers

Een heel leuk zomerspelletje om buiten in het gras te spelen (als er niet te veel wind staat).

Vertellen…

Er waren eens twee visjes. Ze hadden de hele winter in de donkere vijver gezwommen. ”Wat is dat toch, dat het water zo stralend doet oplichten”, dachten ze, toen de zon steeds sterker begon te schijnen.

En wat zagen ze er schitterend uit zo aan het wateroppervlak. Hun schubben leken wel van goud zo glansden ze. Telkens sprongen ze verder omhoog om boven het water uit te kunnen kijken, zo nieuwsgierig waren ze! Daar zagen ze de waterlelie, zo wonderschoon. En ze hoorden de kikker, die, als hij van het lelieblad naar beneden plonsde, riep: ”Kom mee naar boven visjes, dan zul je wat beleven!”

Ze deden hun uiterste best en sprongen met een grote boog…Plof zo op het gras! Ach, daar lagen ze toen, uitgeput te happen en te beven… Kwam de wind nu maar, om die arme vissen weer het koele water in te waaien… Willen jullie helpen?

Spelen…

Als het spelletje niet buiten, maar binnen wordt gespeeld, is het een kwestie van veel vloerruimte maken. Geef twee kinderen ieder een groot karton en laat ze hiermee de lucht in beweging brengen door er, laag bij de grond, mee te wapperen. Hierdoor gaan de vissen van vloeipapier mee met de luchtstroom.

De vissen liggen bij de start ieder ongeveer 2 meter van de vijver, 4 meter van elkaar tegenover elkaar. Je mag ze niet aanraken (dat doet pijn aan hun schubbenhuid). Natuurlijk moet de vis wel midden in de vijver terecht komen. Wipt hij er weer uit dan moet je weer verder wapperen. Het is een geestig gezicht vooral als de ’wind’ uit twee richtingen elkaar ontmoet.

Knutselen…

De twee vissen knip je uit verschillende kleuren dun papier, het liefst vloeipapier.

De vijver maak je van een lap stof, gekleurd karton of een waskrijttekening. Knip er golvende, ronde vormen van als van een wolk. En lijm het deels over elkaar tot een totale grootte van circa 70 bij 60 cm.

Knip een aantal waterleliebladeren uit groen stevig papier. Je kunt ze ook eerst kleuren op wit papier en dan uitknippen. Vouw de nerven er licht in. Eerst de hoofdnerf en dan dubbel, de zijnerven.

knippen en vouwen van de waterlelie

De waterlelie vouw je zoals de tekening laat zien. Let goed op waar de vouw is, en waar de open kant is. Neem hiervoor vierkant vloeipapier. Ik knip drie lagen, groen voor de onderste, en twee witte daar bovenop – in één keer. Zo hebben ze alledrie dezelfde bladvorm.

Het middelste, gele hart, vouw je op dezelfde wijze, maar nu vouw je het ’ijshoorntje’ nog een keer smaller en knip je geen spits toelopende , maar een half ronde bovenkant.

En… wat zou er gebeuren als je de vissen in echt water wappert?

Neem hiervoor een platte grote schaal of een dienblad. Zorg dat je veel meer vissen hebt, want eens in het water terug, dan voor altijd, want het lukt ze dan niet er nog eens uit te springen.

Pas wel op voor het afgeven van de inkt die in het vloeipapier zit!

Veel plezier met dit spel!

Diny Kiers

Het werkblad van dit spel krijg je cadeau bij het ’Kruip-, kriebel-, vlieg-, en fladderboek’ van Diny Kiers. Het is een zomerboek vol leuke knutsels, versjes, verhaaltjes en spelletjes. Dit boek is in eigen beheer uitgegeven.

Ook het ’grote dierenbosspel’ (bordspel) is aan dit boek toegevoegd.

Zie ook www.berkeblad.nl