Voor vijf vingers
Uit de DoeHoek van Rita Veenman
Dit is de dikke herdersman.
Die goed de schapen scheren kan,
En likkepot kookt bij het vuur,
Smikkelt tot in ’t late uur.
Lange Jan steekt boven de kudde uit,
Verjaagt de wolf met woest geluid.
Ringeling wandelt met zijn stok
Hij jaagt de schapen naar het hok,
Het kleine ding spiedt in het rond,
En past ook op de herdershond.
Deze is dik en kort (duim linkerhand enz.),
Hij jaagt de vossen vort,
Likkepot moet de pan nog schuren,
Dat kan wel even duren.
Lange Jan zag de ster,
In Bethlehem ver.
Ringeling ging bijna slapen,
Zie hem toch eens gapen. (buigen en rekken)
Het kleine ding hoorde de engelen zingen,
En begon van blijdschap te springen. (springen)
De tien herders zijn op weg gegaan (naar rechts bewegen)
En kwamen tezamen bij het kindje aan. (handen zakken)
Ze bogen voor het kindje teer (heel langzaam allemaal tegelijk)
En legden hun geschenken neer.
Tulpen plukken en een boze buurman
Een lenteverhaaltje uit het nieuwe boek 'Bent'
Lente | verhalen vertellen
Een handgebarenversje voor de kersttijd
Kersttijd | spreuken en versjes
De dikke bolle beer - een gedicht
Het berenleven in alle seizoenen
Spreuken en versjes | seizoenen algemeen
'Wie krijgt het gouden ei?'
Lente | Paastijd | verhalen vertellen
Lees mee over de kleine dwerg Wikkeridoe
Herfst | verhalen vertellen
Een lentegedichtje, nodigt uit tot beweegspel
Lente | spreuken en versjes
Van lente tot winter... keer op keer
Een boekje met gedichten, vingerversjes en verhalen
Seizoenen algemeen